Bastiaen Adriaen Andriesz - 1535
Bastiaan Adriaen Andriesz, geboren omstreeks 1530 en zoon van Arien Andriesz en Mariken, Schepen van Strijen 1580-1599, trouwde omstreeks 1561 met Byateris Ingens (gedoopt op 12 januari 1548 te Strijen). Ze kregen 5 zonen en 2 dochters, die ze de achternaam Verweel gaven. Hier is de naam Verweel dus onstaan! Zeer waarschijnlijk woonden Bastiaan Adriaen Andriesz en Byateris Ingens aan één van de twee 'Welen' of 'Wielen' in Strijen. Deze wielen zijn watertjes onstaan achter de dijkdoorbraken tijdens de Sint Elisabethsvloed in 1421. De naam Verweel komt in de oude archieven ook voor als Van de Weel, van de Waal en van de Wael. De dijk in Strijen die langs de twee wielen loopt is de Weelsedijk.
- Zoon van Arien Andriesz
- Geboren omstreeks 1535 te Strijen, overleden omstreeks 1610 aldaar.
- Gehuwd met Byateris Ingens omstreeks 1561
- Uit dit huwelijk;
- Crijntje Bastiaensz Verweel, geboren circa 1565 te Strijen, later gehuwd met Thomas Aerts Crayesteyn (geboren omstreeks 1560)
- Inghen Bastiaensz Verweel, geboren circa 1566 te Strijen, later gehuwd met Lijntge Leendertsz van Will - geen verdere gegevens gevonden
- Hendrick Bastiaensz Verweel, geboren circa 1570, overleden omstreeks 1683 - geen verdere gegevens gevonden
- Adriaantje Bastiaensdr Verweel, geboren circa 1571 te Strijen, overleden op 4 maart 1658 te Poortugaal
- Andries Bastiaensz Verweel, gedoopt op 12 februari 1573 te Strijen, overleden op 8 januari 1658 (85 jaar oud) te Poortugaal
- Anthonis Bastiaensz Verweel, gedoopt op 14 oktober 1584 te Strijen, overleden op 29 november 1651 te Strijen
- Adriaen (Arij) Bastiaensz Verweel, gedoopt op 12 december 1588, overleden op 8 juni 1667 te Strijen
- ook genaamd Bastiaen Ariaens Verweel
- boer te Strijen
- Schepen van Strijen van 1580 tot 1599
- Heilige-Geestmeester van Strijen in 1590
- Waarsman Binnebans in 1585 en 1586
- Heemraad in 1588, 1590, 1591, 1598 en 1599
- Hoogdijkheemraad van het Oudeland van Strijen in 1590. (Referenties: Ons Voorgeslacht 1987 bldz.782 en 2005 bldz.104, Prometheus IX bldz.301).
Het plaatselijke bestuur werd gezamenlijk aangeduid als schout en schepenen. De Heilige Geestmeesters hadden tot taak het beheren van de bezittingen van de Tafel van de Heilige Geest (ook wel 'Armendis' of 'Armentafel' genoemd), zoals huizen en voorraden graan, en het houden van toezicht op de uitdelingen van bijvoorbeeld brood aan de armen. Een Waarsman bewaakte het vee op de uiterwaarden. De leden van de Heemraad vormden het dagelijks bestuur van het waterschap.