Hoeksche Waard
We schrijven 1485 als Adriaen Andriesz - één jaar oud - met zijn vader Andries Claesz en onbekende moeder vanuit Rijsoord naar Strijen komt. Achternamen kenden we nog nauwelijks in die tijd. Strijen ligt op het eiland Hoeksche Waard, 60 jaren eerder ontstaan toen door de grote Sint-Elisabethsvloed (1421). Het westelijke deel van de Grote Waard werd door deze watersnoodramp gescheiden van het vasteland. Een serie dijkdoorbraken vanaf Strijen sloeg al het land tot aan Gorcum weg. Door de oorlogen en gebrek aan geld kon de zee waarschijnlijk jaren zijn gang gaan. Van de Hoeksche Waard bleef alleen de Sint Anthoniepolder droog. Rond 1435 konden de hoge gronden weer ingepolderd worden, te beginnen met het Oude Land van Strijen en de polders noord van de Binnenmaas. Vanaf ca 1540 komt er weer meer geld beschikbaar voor inpolderingen. De hele noordrand van de Hoeksche Waard tot aan Nieuw-Beijerland wordt ingepolderd. Met als grote investering van de rijk geworden kooplieden uit Dordtrecht de grote polder Nieuw Bonaventura bij 's-Gravendeel (1593)
Bij Arien Andriesz zoon ontstaat de achternaam Verweel in deze spelling. Zijn zoon Bastiaan Adriaen Andriesz (geboren circa 1535 te Strijen) geeft zijn kinderen de achternaam Verweel. De naam Verweel is zeer waarschijnlijk een verwijzing naar één van de twee welen in Strijen. Vele dijkdoorbraken uit de middeleeuwen hebben hun sporen achter gelaten in de vorm van wielen of gaten. Na een dijkdoorbraak schuurde het instromende water een diep kolkgat achter de dijk uit. Deze kolkgaten waren met de toenmalige middelen niet altijd te dichten. Het was dan eenvoudiger om een dijk om het ontstane gat te leggen. Zo ontstonden de kenmerkende binnendijkse meertjes. Deze werden weel, wiel of gat genoemd. In Strijen ontstonden bij dijkdoorbraken in 1532 twee van deze wielen of welen, nog steeds te vinden aan de Weelsedijk in Strijen. De dijk heette eerst Dollaartsdijk, maar werd nadien omgedoopt in Weelsedijk. Arien Andriesz woonde wellicht in een boerderij aan de overkant van de Weel, of over de Weel, waarmee de achternaam Verweel ontstond. Theoretisch kan de naam ook nog een verbastering zijn van 'van der Waal' en het dorp Rijsoord waar Adriaen Andriesz vandaan kwam.....
Bastiaan Adriaen Andriesz was boer te Strijen, Schepen van Strijen van 1580 tot 1599, Heilige-Geestmeester van Strijen in 1590, Waarsman Binnebans in 1585 en 1586. Heemraad in 1588, 1590, 1591, 1598 en 1599 en Hoogdijkheemraad van het Oudeland van Strijen in 1590. (Referenties: Ons Voorgeslacht 1987 bldz.782 en 2005 bldz.104, Prometheus IX bldz.301). Het plaatselijke bestuur werd gezamenlijk aangeduid als schout en schepenen. De Heilige Geestmeesters hadden tot taak het beheren van de bezittingen van de Tafel van de Heilige Geest (ook wel 'Armendis' of 'Armentafel' genoemd), zoals huizen en voorraden graan, en het houden van toezicht op de uitdelingen van bijvoorbeeld brood aan de armen. Een Waarsman bewaakte het vee op de uiterwaarden. De leden van de Heemraad vormden het dagelijks bestuur van het waterschap.
Bastiaan Adriaen Andriesz trouwde rond 1561 met Byateris Ingens, gedoopt op 12 januari 1548, dochter van Ynghen Oirbertsz den Ouden en Heyltje Cornelisdr, overleden in Poortugaal en begraven in de kerk aldaar. Ze kregen 7 kinderen, waarvan Adriaen (Arij) Bastiaensz Verweel onze stamvader is. Een andere zoon, Andries Bastiaensz Verweel, was één van de rijkste inwoners van Strijen, en is overleden in Poortugaal.